Definitie dyslexie
Sinds het einde van de negentiende eeuw wordt de term dyslexie gehanteerd, aanvankelijk voor ernstige lees- en spellingproblemen als uiting van een gestoorde taalfunctie of als stoornis in de visuele kant van leesvaardigheid (vandaar soms aangeduid als woordblindheid).
Definitie van dyslexie volgens Stichting Dyslexie Nederland (SDN):
Is dat dyslexie een stoornis is die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woord identificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen) (SDN, 2003). Oud
In 2008 heeft de SDN bovenstaande definitie vervangen voor een nieuwe:
“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en of het spellen op woordniveau.”
Dyslexie in relatie tot intelligentie
Volgens moderne definities heeft dyslexie zeer weinig tot niets met intelligentie te maken. Dyslexie betekent een probleem met de technische taalvaardigheden: fonologie, foneem- bewustzijn, woord oproepsnelheid en heeft negatieve consequenties voor technisch lezen en spelling. Deze zaken vertonen zeer weinig tot geen relatie met intelligentie. Zo zijn er Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK) die goed technisch kunnen lezen en spellen en Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (VWO-ers) die last hebben met de spelling van het Nederlands en de moderne vreemde talen.
Het hebben van dyslexie wil niet zeggen dat het kind niet kan leren maar wel dat hij/zij het recht heeft om onderwijs te volgen dat past bij zijn cognitieve capaciteiten. Ze hebben daarbij recht op compenserende en dispenserende maatregels zodat de lerende het onderwijs op eigen niveau kan volgen.
Wist u dat?
Dyslexie een veelvoorkomend en hardnekkig probleem is. Algemeen wordt aangenomen dat 5 tot 10% van de schoolbevolking min of meer dyslectisch is. Er meer jongens met dyslexie zijn dan meisjes (60 tot 80% van de kinderen met een leesstoornis zijn jongens).
Dat lang niet alle dyslectische kinderen herkend worden. Sommige leerlingen zeer gebaat zouden zijn met maatregelen, maar deze niet krijgen omdat ze niet gediagnosticeerd zijn.